De Transsiberië-express
Het is misschien een beetje lastig om voor te stellen, maar we zijn ondertussen gewoon alweer bijna thuis. Gisterochtend staken we per trein de grens van Europa en Azië over. Nog even en we zijn gewoon weer waar we begonnen, in Rotterdam.
Maar niet getreurd, zo ver zijn we nog niet. We hebben nog wel wat kilometers af te leggen. Het meeste daarvan gebeurt per trein. Zo hebben we China en Mongolië al per trein doorgereisd en daarmee dus al het grootste gedeelte van de Transsiberië-express achter de rug. In totaal meer dan 13.000 kilometer. En ik moet eerlijk bekennen, de Transsiberië-express klinkt magischer dan dat het in feite is. Het is namelijk vooral een zaak van op je bed liggen, boekje lezen en vooral: wachten. Wachten op de trein, wachten op het wisselen van de onderstellen (omdat de Russen persé een andere spoorbreedte wilden dan de rest van de wereld), wachten totdat de restauratie-wagen open gaat, wachten totdat het toilet niet bezet is, wachten totdat de eerste Rus dronken door de coupé waggelt. En in ons geval, wachten totdat de immigratietoestanden afgehandeld zijn als je bij een grens komt. En dat kan zo maar drie uur duren.
En alhoewel wachten niet één van mijn grootste hobby’s is, is het niet saai. De trein is meestal wel prima om even te bekijken, zowel van binnen als buiten. En ook de stations zijn af en toe voorzien van bijzondere monumenten of gedenktekens.
Daarbij zijn de Russen best een leuk volk, mits je even door die stugge buitenkant heen komt. En het is een volk met tradities. Zo hebben we de eerste nacht in de trein kennis gemaakt met de Russische manier van drinken. “Tot je er bij neervalt” is hier het gangbare motto. Het betrof een drietal Russische mannen in de bedden naast ons. Na een staarwedstrijd van een half uur en een paar zinnen in het Russisch en het Nederlands waren we ineens vrienden. Zo werd ineens aan mij gevraagd of ze Sandra een stukje chocolade mochten geven (vrouwen worden hier nog steeds aangeduid als het zwakke geslacht). En, voor wat hoort wat natuurlijk. Gelukkig had ik in een supermarkt in Beijing het drankvak eens goed onderzocht, speciaal voor dit soort gelegenheden. Het leek mij dan ook een goed idee om onze Chinese wijn aan de heren uit te delen. Een uurtje nadat het flesje van een halve liter (43% à 75 hele eurocenten) weg was getikt begonnen de eerste zweetdruppels op het voorhoofd van één van de Russen te verschijnen. De rest van de avond en nacht heeft de beste man vooral heen en weer gependeld naar het toilet om over te geven. Blijkbaar gaat Chinese wijn niet zo goed samen met de hoeveelheid Russisch bier die hij al op had. Maar, vrienden waren we wel.
Maar, de charme van Rusland is natuurlijk vooral buiten de trein te vinden. Bijvoorbeeld bij alle kerken, met hun uienkoepels en net iets andere kruizen. Of bij het Baikalmeer, het diepste meer van de wereld. Dat het het diepste meer is, is te voelen aan de temperatuur. Die komt in de zomer niet boven de 15 graden uit. Zowel San als ik hebben het baden maar beperkt tot de voeten, koukleumen dat we zijn geworden dit jaar.
Zoals ik al zei, we zijn al bijna thuis. Gelukkig staan nog een paar pareltjes op het programma. Om te beginnen, Moskou. Maar daarover een volgende keer meer….